Veolia steunt JINC

voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor álle kinderen

Veolia is partner van JINC, een organisatie die jongeren in Nederland helpt aan een betere kans op de arbeidsmarkt, ook degenen die opgroeien in wijken met een sociaal economische achterstand. JINC strijdt voor een maatschappij waarin iemands achtergrond niet haar of zijn toekomst bepaalt. Waarin íeder kind kansen krijgt.  

Meer weten over JINC? Klik hier!


 

Veolia & JINC: Project Baas van Morgen

Veolia gaat meedoen aan het jaarlijkse project de ‘Baas van Morgen’. 

JINC nodigt elk jaar een aantal van haar grootste (aanstaande) partners uit om deel te nemen aan Baas van Morgen. Onze ‘Baas’ Jan Lenstra wordt gekoppeld met een leerling om samen het project te doorlopen.

Doel project vanuit JINC: Gelijke Kansen 

We laten honderden kinderen die opgroeien in gebieden met relatief veel armoede proeven aan beroepsmatig succes. Dat geeft hen, zo weten we uit ervaring, een flinke injectie zelfvertrouwen, een stoot energie en een bredere horizon. Ze doen bovendien een waardevol contact op waar ze later beroep op mogen doen en zien van binnenuit hoe een bedrijf werkt.

De leerlingen, die afkomstig zijn uit het basisonderwijs en van het vmbo, zullen zich dit jaar tijdens JINC Baas van Morgen allemaal wijden aan hetzelfde thema: gelijke kansen op de werkvloer. Doel is het gesprek (verder) te voeren binnen het bedrijfsleven over kansengelijkheid op de arbeidsmarkt, of dat nu is voor vrouwen, mensen met een handicap, een migratie-achtergrond, de LBTQ-gemeenschap of nog iets anders.

Wat gaat er gebeuren?

Door de maatregelen rondom het coronavirus ziet JINC Baas van Morgen er anders uit dan normaal. Op donderdag 28 januari 2021, de dag waarop ongeveer 400 kinderen het roer van bijna evenveel bedrijven zouden overnemen, vindt nu een online kennismaking plaats tussen jonge en volwassen bazen. 

Het event zelf is verschoven naar 10 juni 2021. Dat geeft ons de tijd om een online variant te ontwikkelen die even impactvol is als het origineel. Want als kinderen dan nog niet bij bedrijven op bezoek mogen, moeten we een goed alternatief kunnen bieden.